VERTROUWEN
Onze voortuin wordt helemaal opnieuw aangelegd. Sinds gisteren wroeten er twee olijke tuinmannen met kleine trekkertjes en graafmachines in de aarde. Als één van hen binnenkomt en vraagt of hij de WC mag gebruiken, vraagt mijn jongste dochter mij: “Hoe gaat dat dan, je kent die tuinmannen toch helemaal niet? Hoe weet je dan of je ze kunt vertrouwen? En of je ze wel binnen moet laten?”
Laatst heb ik haar verteld dat er een man in de buurt schijnt rond te rijden die kinderen van haar leeftijd vraagt of ze zijn jonge hondjes willen zien. Die zouden dan in de auto zitten. Ik zei haar dat ze nooit met vreemde mannen mee moest gaan, ook al is het aanbod nog zo aanlokkelijk. Ik vermoed dat haar vraag daar ook iets mee te maken heeft. Maar misschien heeft ze ook een ongemakkelijk onderbuik-gevoel omdat een vreemde man plots haar ontbijtritueel verstoort.
Ik denk even na over haar vraag en vertel haar dan dat heel veel dingen in het leven gebaseerd zijn op vertrouwen. “We vertrouwen er bijvoorbeeld op dat jouw juf zo meteen gewoon voor de klas staat. En dat de mensen die je onderweg naar school tegenkomt zich aan de verkeersregels houden.” Voor nu is het antwoord voldoende voor haar, ze knikt en propt het laatste stukje boterham naar binnen.
Even later keert het onderwerp terug in mijn gedachten. Ik realiseer me dat het hele leven eigenlijk gebaseerd is op vertrouwen. Het vertrouwen dat je hart gewoon blijft kloppen. Het vertrouwen dat je morgen nog dezelfde persoon bent en niet compleet iemand anders. Het vertrouwen dat de zon weer opkomt, dat het weer lente wordt, dat je weer op reis kunt, dat de buurman niet opeens met een geweer binnenkomt, dat je niet in een ander werelddeel wakker wordt, dat de appelboom niet plotseling kersen voortbrengt, enzovoort enzovoort. Kortom, we vertrouwen erop dat het leven enigszins voorspelbaar en zonder grote schokken verloopt.
Met die realisatie voel ik plotseling ook de potentie van elk moment, de mogelijkheden die elke nanosceconde in zich bergt, zowel voor het heelal als voor mij. Het beneemt me even de adem; wat een verantwoordelijkheid is mij met dit leven in de schoot geworpen! Spring ik wel zorgvuldig om met al die potentie die zich in mìjn vele levenssecondes voordoet? En tegelijkertijd, van al die miljoenen mogelijkheden in het heelal zijn er misschien maar weinig die van betekenis zijn voor mìjn leven.
Het gevoel ebt ook weer snel weg. De dagelijkse routines van voorschoolse activiteiten vragen mijn aandacht, als vanzelf glijd ik terug in de natuurlijk staat van vertrouwen. Als mijn dochter “doei” roept, wacht ik op de knal van de deur die ze dagelijks veel te hard dicht gooit. Mijn vertrouwen wordt niet beschaamd.